Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij [45]verliet de runderen, en liep Elia na, en zeide: [46]Dat ik toch mijn vader en mijn moeder kusse, daarna zal ik u [47]navolgen. En hij zeide tot hem: Ga, keer weder; [48]want wat heb ik u gedaan? 45. Vergelijk Matth.4:20,22. 46. Dat is, laat mij toe, dat ik eerlijk mijn afscheid van hen neme. Zie Gen.29:11. 47. Hebreeuws, gaan achter u. 48. Dat is, bedenk wat ik nu straks aan u gedaan heb. Want het is niet tevergeefs geschied, dat ik mijn mantel op u geworpen heb, en dat God u de genegenheid ingestort heeft om zijn roeping te volgen. Vergelijk Matth.8:22; Luk.9:62.